Fleurige plantjes in de plaats van grijze tegels, dat zien we graag. Maar het is uiteraard niet de bedoeling om het trottoir volledig open te breken en de doorgang te belemmeren voor anderen (in het bijzonder: rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden enz.). Inter, het agentschap dat Vlaanderen toegankelijk wil maken voor iedereen, heeft enkele tips voor lokale besturen om ervoor zorgen dat het voetpad niet in gevaar komt.
Zie erop toe dat er bij ontharding van een bepaalde oppervlakte altijd een ononderbroken gedeelte toegankelijk blijft voor verplaatsingen en gebruik van de voorzieningen. Is er langs of binnen het vergroende terrein een wandelpad waar iedereen zich op kan voortbewegen? Geraakt iedereen bijvoorbeeld tot bij de zitbanken of speelelementen in het park? Tot bij overledenen op de begraafplaats? Tot bij de dienstverlening in publieke gebouwen? Kies de gepaste ondergrond.
Een voetpad, stoep of trottoir is minimaal 150 cm breed. Er zijn uitzonderingen voor:
Op plaatsen waar er veel voetgangersverkeer is, zijn grotere doorgangsbreedtes nodig. Bijvoorbeeld in een winkelstraat of op looproutes naar scholen. Hoofdpaden in parken en groengebieden zijn minimaal 180 cm breed.
De ingreep mag voetgangers niet verhinderen. De looproute moet logisch en vloeiend blijven. Zet bloembakken of andere elementen niet in de weg. Zorg dat die minimaal 80 cm hoog zijn en maak ze goed zichtbaar.
Beplanting mag de vrije doorgang niet bemoeilijken. Denk aan woekerende bodembedekkers, overhangende planten of takken, maar ook wortelopstoot. Hou daarmee rekening bij de keuze van de planten en snoei ze indien nodig.