Feit of fictie?
Ontharden en vergroenen is broodnodig om onze omgeving weerbaarder te maken tegen de gevolgen van de klimaatverandering, dat weet iedereen intussen wel. Maar toch is er wat drempelvrees om tot actie over te gaan. En die vrees is vaak gebaseerd op een foute veronderstelling of een vastgeroest cliché. Met de rubriek ‘feit of fictie’ bevestigen of ontkrachten experten enkele van die clichés.
Door ontharden kan mijn kelder sneller overstromen.
FICTIE - Toelichting door Prof Patrick Willems (KU Leuven)
Waarom een natte kelder
Een natte kelder is eerder het gevolg van een extreem natte periode dan van ontharding. Heel wat mensen kregen de laatste jaren geen water in hun kelder door o.m. de vele droogtes en de lage grondwaterstanden. Tijdens deze extreem natte winter kregen ze misschien wel water in de kelder.
Impact van ontharding
De hoeveelheid ontharding in Vlaanderen is voorlopig nog redelijk beperkt. Dus als mensen deze winter water in hun kelder hadden, dan is dat vooral het gevolg van de zeer natte winterperiode en niet zozeer van de al uitgevoerde ontharding.
Wanneer er zich zeer natte periodes voordoen, kunnen door de bijkomende infiltratie (door bvb. ontharding) de grondwaterstanden ook hoger komen te staan, waardoor huizen in gebieden met hoge grondwaterstanden en met kelders die niet voldoende waterdicht zijn, iets sneller water in hun kelder kunnen krijgen.
Nadeel weegt niet op tegen de voordelen
Het nadeel van de extra last door de hogere grondwaterstanden na extreem natte periodes weegt evenwel niet op tegen de vele en belangrijkere voordelen van ontharding. Ontharden zorgt namelijk voor meer infiltratie en dus hogere bodemvochtgehalten en grondwaterpeilen. Daardoor dalen de grondwaterpeilen (en ook de waterlooppeilen) minder snel tijdens droge periodes en ontstaat minder snel waterschaarste. Het vermindert ook de kans op wateroverlast, o.m. omdat rioleringen minder vaak overlopen.
Bovendien kan dit nadeel via een aangepast waterbeheer beperkt worden, namelijk door ervoor te zorgen dat het water tijdens extreem natte periodes voldoende gedraineerd wordt. Maar alleen dan en niet tijdens normale natte periodes! Dus niet permanent, zoals in het verleden en nu nog altijd te veel gebeurde/gebeurt. Dergelijke aanpassing aan het waterbeheer moet de komende jaren nog sterk verdergezet worden (cf. bv. Blue Deal acties).
Conclusie
Meestal zijn er andere oorzaken voor natte kelders, zoals een extreem natte periode, en niet zozeer de uitgevoerde ontharding. Op zo'n momenten moeten we er vooral voor zorgen dat het water voldoende gedraineerd wordt.
Een geveltuin veroorzaakt vochtproblemen in de muur.
FICTIE – Toelichting prof Martin Hermy (KU Leuven)
Als muren voorzien zijn van een waterkering of vochtscherm, zodat geen grondvocht kan opstijgen, dan zorgen gevelplanten in principe niet voor vochtproblemen in muren. Alle moderne gebouwen hebben dergelijke vochtschermen. Klimplanten tegen muren zorgen ervoor dat de muur minder vochtig wordt door regen (ze fungeren als een regenscherm). En vooral altijdgroene soorten (bv. klimop) scoren hier sterk omdat ze een gevel volledig kunnen afdekken zodat er geen neerslag op de muur terecht komt.
Conclusie
Alle moderne gebouwen hebben een waterkering of vochtscherm. Bovendien fungeren klimplanten als een regenscherm: de muur wordt minder vochtig door de regen.
Meer groen is meer onkruid wieden.
FICTIE – Toelichting door Sandy Adriaenssens (Viaverda)
Onkruid tussen verharding aanpakken is momenteel één van de grootste problemen bij groendiensten en tuinaannemers. Vroeger gebeurde dit op regelmatige basis met herbiciden, nu wordt (zeker in openbaar groen) ingezet op thermische, mechanische of elektrische bestrijding.
Hoewel herbiciden minder onderhoud vergden dan de andere methodes, moest onderhoud altijd ingepland worden. Een goed ontworpen stukje groen, d.w.z. met de juiste plantkeuze, verschillende lagen boven elkaar (boom, struik, vaste plant, bloemenweide, gazon), zorgt voor een volledige bedekking van de bodem en zal dus onkruid sneller tegengaan.
De eerste jaren na de aanplant, wanneer de beplanting nog niet dichtgegroeid is, kan het onkruid tegengegaan worden met mulching. Dat is de bodem bedekken met natuurlijk materiaal zoals bladeren of compost. Snoei- en maaiwerken (in het geval van bloemenweide) zijn in principe beperkt tot enkele keren per jaar, een frequentie die zeker niet hoger ligt dan onkruid tussen verharding weghalen.
Conclusie
Bij een goed ontworpen stukje groen is de frequentie van de snoei- en maaiwerken niet hoger dan de die van het onkruid tussen verharding wieden.
Bomen zijn onze airco’s op warme dagen.
FEIT – Toelichting door prof. Cecil Konijnendijk (Universiteit van Brits-Columbia).
Op plaatsen waar verharding plaats maakt voor bomen, creëren we schaduw en is het koeler. Onderzoek toont aan dat bomen gemiddeld 5 graden verschil maken. Vooral tijdens hete peridoes zakt 's nachts de temperatuur substantieel. Dit klimaatgroen helpt dus om hitte-eilanden te temperen.
Conclusie
Bomen zorgen voor afkoeling op warme dagen.
Kiezels en kunstgras zijn waterdoorlatend en dus ook vormen van ontharding.
FICTIE – Toelichting door prof. Patrick Willems (KU Leuven)
Verharding heb je als je de natuurlijke bodem op een kunstmatige manier afdekt. De afdekking kan dan al dan niet waterdoorlatend zijn. Als je kunstgras aanlegt, dan wordt de bodem onder de toplaag sterk samengedrukt, gestabiliseerd en voorzien van een folielaag. Deze handelingen dekken de bodem m.a.w. af en brengen een kunstmatige laag aan waardoor essentiële ecosysteemfuncties verloren gaan. Hetzelfde geldt trouwens ook voor de aanleg van een oprit vol met grind, of zwembaden.
Conclusie
Kiezels en kunstgras zijn geen vorm van ontharding, ook al zijn ze waterdoorlatend.
Groen heeft een positief effect op ons welzijn.
FEIT – Toelichting prof. Raf Aerts (KU LEUVEN).
We stellen vast dat mensen na een verblijf in een groene omgeving doorgaans minder mentale stress hebben en dat hun aandacht verscherpt. We weten (nog?) niet exact waarom, maar wel dát mensen gelukkiger en gezonder worden van groen.
Er is heel wat interessant onderzoek verricht naar de relatie tussen groen en gezondheid, en dan vooral mentaal welzijn. Telkens werd een positief effect waargenomen. Onder deelnemers van MijnTuinlab werd waargenomen dat wie zich verbonden voelt met de natuur en ook meer in het groen vertoeft, minder kans heeft op stress of depressie. Bij hooikoortspatiënten nam de ernst van hun klachten af wanneer ze meer werden ‘blootgesteld’ aan graslanden of bossen. En CM en BOS+ toonden aan dat 30 dagen lang 30 minuten in het groen bewegen leidt tot een beduidende verlaging van stress, en een verhoging van vitaliteit, slaapkwaliteit en concentratie.
De kwaliteit van het groen versterkt bovendien deze positieve effecten. Uit de bomenstudie van de KU Leuven blijkt dat er een verband is tussen de boomkruingrootte (en dus de grootte van de bomen) en lagere verkoopcijfers van antidepressiva en medicatie tegen hart- en vaatziekten. En hoe meer vogelgeluiden je tijdens een boswandeling hoort, hoe sneller je herstelt van mentale stress.
Conclusie
We weten (nog) niet waarom, maar groen heeft een positief effect op ons welzijn.